‘Hoe weet je nu of hij genoeg heeft gehad?’ vroeg mijn schoonmoeder toen mijn eerstgeborene na de borstvoeding onrustig bleef. Zelf had ze haar kinderen de fles gegeven. Precies de voorgeschreven hoeveelheid, in de juiste verhouding en op de aangegeven tijdstippen. En haar kinderen vielen na hun voeding altijd in een diepe slaap.

Het was vast goedbedoeld. Maar ik had er niets aan. Sterker nog, het maakte me nog meer onzeker.

Zo gaat het vaak. Terloops merk je op dat je ergens last van hebt en een ander komt met een eigen ervaring. Soms is het best fijn om te horen dat je niet de enige bent, maar meestal zit je niet te wachten op de wijze waarop anderen het probleem opgelost hebben. Jouw probleem vraagt om een eigen oplossing. Of beter; je zou er meer aan hebben als de ander je gewoon even aan hoort en verder commentaar achterwege laat. Juist op de momenten dat je je onzeker voelt, wil je van anderen horen dat het wel goedkomt, dat je op de goede weg zit of dat het ook moeilijk is.

Zelf sta ik ook te vaak klaar met goedbedoelde adviezen. Ik heb een mening en te pas en te onpas laat ik dat horen. Onder het mom van belangstelling en zorg, bemoei ik me met dingen die me niet aangaan

‘Wie ben jij, om in te grijpen in het leerproces van de ander?’, dat vroeg een wijze buurman mij eens. Ik stond weer eens op het punt om in actie te komen, maar ik liet de woorden in me omgaan.

De ander de gelegenheid geven om op eigen kracht iets te overwinnen.

De ander de kans geven om eigen fouten te maken.

Het besef hebben dat ik niet de aangewezen persoon ben om de ander te helpen, simpelweg omdat ik ook niet weet wat het beste is.

Het besef hebben dat ik niet in actie kom omdat ik werkelijk begaan ben met de ander, maar dat ik iets wil doen om mijn eigen gevoel van onbehagen tegen te gaan.

Die keer greep ik dus niet in, dankzij de buurman. Het heeft me niet belet om nog regelmatig te strooien met advies. Soms pakt dat goed uit. Dan kan ik, door even met een ander mee te denken, helpen om tot een nieuw inzicht te komen. Dan kan ik door een ervaring te delen, een ander geruststellen. Dan kan ik, door iets uit te leggen, een ander leren hoe iets sneller of beter kan.

Maar het blijft lastig. Onbedoeld kan ik de situatie voor een ander slechter maken. Door de verkeerde vragen te stellen, door met slechte voorbeelden te komen, door oplossingen te benoemen die de ander helemaal niet wil horen of door niet te luisteren naar wat er echt gezegd wordt.

Steeds opnieuw neem ik me voor om terughoudend te zijn als het gaat om goede raad. Dus het trainingsmateriaal dat ik tot nu toe ontwikkeld heb voor zieke zorgprofessionals, ga ik nog maar eens doornemen. Alle goede raad eruit en (nog) meer aandacht voor het vertrouwen in eigen kunnen, (nog) meer aandacht voor de signalen van  het eigen lijf en (nog) meer aandacht voor het nut van leren van je eigen fouten. Want uiteindelijk is iedereen beter af als er ruimte is voor eigenheid.