I

In het boek ‘alle mensen zijn sterfelijk’ van Simone de Beauvoir maken we kennis met Raymond Fosca. Hij hangt al tijden in een hangmat en doet helemaal niets. Geen zin.

Raymond heeft veel meegemaakt. Heel veel zelfs. Als jonge man dronk hij, omstreeks 1400 na chr.  een levenselixer. Dat stelde hem in staat om zijn stad te redden. Maar inmiddels heeft hij echtgenotes, kinderen, kleinkinderen en zelfs achterkleinkinderen overleeft. Hij heeft allerlei beroepen uitgeoefend, avonturen beleefd en verschillende tijdgeesten meegemaakt. Hij is het zat. Hij is tot de ontdekking gekomen dat het er niet toe doet. Steeds opnieuw worden er vergelijkbare fouten gemaakt. Er is niets dat Raymond kan doen om dit te voorkomen. Hij leeft maar heeft geen enkele behoefte om nog deel te nemen aan het leven.

Het is niet nodig om eeuwenlang te leven om toch te begrijpen wat Raymond bezielt. Ten minste … ik kan me zijn gevoel van zinloosheid goed voorstellen.

Ik begin steeds weer vol goede moed een nieuwe dag, een nieuwe taak. Ik wil betekenisvol zijn en hoop er te zijn voor anderen die het zwaar hebben. Ik wil luisteren naar hen die hun verhaal kwijt moeten. Ik wil er zijn als vrouw, moeder, dochter, zus, vriendin en buurvrouw. Maar zelfs in de (ruim) halve eeuw die ík leef zie ik, hoe steeds opnieuw dezelfde fouten worden gemaakt. Door anderen maar ook door mij. Ondanks alle goede bedoelingen houden we vast aan oude gewoontes, trappen we in bekende valkuilen en raken we toch weer de gevoelige snaar. En ik heb ook geen zin meer.

Maanden heb ik, af en aan, gewerkt aan een training voor mensen in de zorg. Omdat ik van dichtbij zie hoe moeilijk het is om goed voor jezelf te blijven zorgen als je werk zoveel van je vraagt. Juist omdat je zo goed kunt zorgen voor anderen, vergeet je nogal eens om te doen wat jij zelf hard nodig hebt.

Toen de laatste tijd de druk op de zorg flink werd opgevoerd, zag ik nog meer de noodzaak van mijn online training. Want als de helpenden, verzorgenden en de verpleegkundigen ziek worden dan hebben we niets aan beademingsmachines of IC bedden. Dan komt de reguliere zorg opnieuw stil te liggen. Heel belangrijk dus dat de overbelaste zorgmedewerkers de gelegenheid krijgen om beter voor zichzelf te leren zorgen.

De sector zorg heeft echter heel andere prioriteiten. De zorg is nog maar nauwelijks bijgekomen of de voorbereidingen voor de tweede golf van de uitbraak van het coronavirus gaan van start. Omdat de IC verpleegkundigen het zo goed hebben gedaan ( in korte tijd hun capaciteit verdrievoudigd!) is besloten dat ze voortaan wel standaard 3 tot 4 patiënten aan kunnen, in plaats van zich te kunnen focussen op die ene ernstig zieke. En dat ze daarbij versterking krijgen van collega’s die een spoedcursus Intensive Care krijgen. Dezelfde soort geluiden hoor ik ook elders in de zorg. Helpenden die na een paar weken les handelingen mogen verrichten waar verzorgenden, gespecialiseerde verpleegkundigen voor moeten inschakelen.

Kortom; in de zorg is men vooral bezig om zoveel mogelijk werk te kunnen uitvoeren. En als de ervaren zorgmedewerker het moordende tempo niet meer kan bijbenen dan wordt er wel een minder ervaren iemand ingezet. Als er maar iemand is die aan de knoppen van het beademingsapparaat kan draaien.

De obsessie voor harde cijfers maakt dat er geen tijd meer is om na te denken over de schat van ervaring die de zorgprofessional van nu heeft. Het zijn er, door de geschatte zorgvraag, domweg te weinig. Zuinig zijn op wat je hebt, lijkt niet relevant. De keuze is gevallen op het zeer versneld opleiden van nieuwe zorgmedewerkers. Geen training; ‘hoe zorg ik beter voor mezelf’, maar spoedcursussen ‘wat moet ik minimaal weten om mijn zieke naaste  te verplegen’.

Mij rest de hangmat.

P.S. Mocht je toch interesse hebben voor een online training waarin je ontwikkelingsgericht kunt leren hoe je beter voor jezelf kunt zorgen, geef even een seintje. Ik stuur je graag een linkje!