Wat is de voorgeschiedenis van iemand die online, ontwikkelingsgerichte trainingen aanbiedt voor zorgzame mensen?

Mijn werkzame leven begon in het ziekenhuis van Den Helder, waar ik de inservice opleiding volgde voor Verpleegkundige A. Daarna de kinderaantekening en vervolgens verhuisde ik naar Amsterdam waar ik startte met de opleiding Neonatologie in het Academisch Medisch Centrum. Op de afdeling Neonatologie vond ik mijn onderwijstaken ( het begeleiden van cursisten) zo leuk dat ik met inschreef voor de Lerarenopleiding Verpleegkunde bij de Hogeschool Holland.
Na mijn afstuderen vond ik dat ik op de afdeling niet voldoende mijn onderwijskwaliteiten kon inzetten. Ik nam ontslag en ging werken voor het ‘hongerwinteronderzoek’. Dit werk had ook niet veel raakvlakken met onderwijs maar was wel een zeer welkome verandering. Ik fietste heel Amsterdam door op zoek naar de mensen die ongeveer 50 jaar eerder in het Wilhelmina Gasthuis waren geboren. Door middel van vragen en metingen konden we de gezondheid van deze groep mensen in kaart brengen om de gevolgen van de hongerwinter van het nog ongeboren kind te kunnen onderzoeken. Daarnaast ging ik in deeltijd en verkort Onderwijskunde studeren aan de Universiteit van Amsterdam.
Deze studie heb ik niet afgemaakt omdat ik, toen ik halverwege was, moeder werd, verhuisde en als zelfstandige ging werken. Ik maakte onder andere studiemateriaal voor verzorgenden en verpleegkundigen in opleiding. Om mijn praktijkervaring up-to-date te houden werkte ik nu en dan een periode op flexbasis op Neonatologie.
In deze periode heb ik ook nog een paar jaar als opleidingscoördinator gewerkt voor een samenwerkingsverband tussen verzorg- en verpleeghuizen en de thuiszorg. Binnen dit samenwerkingsverband leidde ik, met de praktijkbegeleidsters, verzorgenden en helpenden op die afwisselend in de verschillende instellingen werkten.
Toen ik mij vervolgens weer eens op de afdeling Neonatologie had aangemeld, werd ik gevraagd om onderwijsmateriaal te ontwikkelen voor een zogenaamd ‘voortraject’. Verpleegkundigen die interesse hadden in het volgen van de vervolgopleiding Neonatologie maar niet helemaal voldeden aan de vooropleidingseisen konden door midden van dit ‘voortraject’ de nodige kennis opdoen. Ook kreeg ik de gelegenheid om met de praktijkopleider intervisiegroepen te organiseren voor werkbegeleiders, ik begeleidde cursisten bij het schrijven van eindscripties en werd vervolgens aangenomen als senior verpleegkundige met als aandachtsgebied Onderwijs. Die functie heb ik overigens nooit bekleed, want in mijn arbeidsvoorwaarden stond dat ik een soort proefperiode moest doorlopen. De leiding had wat bedenkingen over mijn loyaliteit. Anders gezegd; ik was kritisch. Zelf was ik ervan overtuigd dat ik, juist door mijn kritische houding, een aanwinst zou zijn voor de afdeling. Maar ik was vooral ook enorm beledigd dat deze voorwaarde in mijn arbeidscontract opgenomen was.
Eerlijk gezegd was ik ‘de zorg’ helemaal zat. Ik had jarenlang hard gewerkt en een schat van kennis en ervaring opgedaan en ik zag het niet zitten om hier mee verder te gaan als de waardering achterbleef. Mijn echtgenoot was een eigen bedrijf begonnen en dat begon goed te lopen. Het was eigenlijk heel prettig om voortaan samen vanuit huis te werken. Zeker de eerste tijd genoot ik van het werken met cijfers. Lekker duidelijk. Het bloed kruipt alleen waar het niet gaan kan en ik miste toch de omgang met mensen. Ik schreef me in voor de studie ‘Strategisch Human Resource Management’ met het idee om mijn kennis en ervaring in de zorg en het onderwijs te combineren met mijn praktijkervaring in het bedrijfsleven. Deze opleiding sloot ik af met een geweldige opdracht bij een kleinschalig wonen project.
Ik ging 3 x 3 weken werken op de verschillende locaties van dit project om zelf te ervaren wat goed ging en wat beter kon. Maar eigenlijk nodigde ik tijdens mijn werk mijn collega’s en alle betrokken disciplines uit om zelf na te denken over wat goed ging en wat beter kon. Aan het einde kon ik een aantal, vrij makkelijk uitvoerbare, plannen presenteren aan het management van de instelling. Niet dat ze deze plannen uitgevoerd hebben; de directie was van mening dat de zorgmedewerkers maar beter hun best moesten doen.
Het valt of staat bij motivatie, dacht ik toen. Ik bevroeg een aantal motiverende mensen in mijn omgeving en beschreef wat zij deden om anderen te motiveren. Dit resulteerde in Het motivatieboek.

Langzaam maar zeker raakte ik er van overtuigd dat anderen motiveren, iets leren of ergens van overtuigen niet zo makkelijk is. Hoe goed mijn argumenten ook zijn, hoeveel aanmoediging ik ook bied of hoe goed mijn bedoelingen ook zijn; het is maar net wat de ander verwacht, hoopt of wil.
Zo ben ik uitgekomen op trainingen die ontwikkelingsgericht zijn.
Ter illustratie vertel ik iets over wat mij motiveert en waar ik tegenaan loop in mijn leven, maar vervolgens zet ik je aan het denken. Wat wil jij, waarom wil je dat, hoe wil je dat bereiken, wat heb je er voor nodig, hoe kun je dat leren of bereiken, waar begin je mee… en ga zo maar door. Het biedt oneindig veel mogelijkheden om onderwerpen ontwikkelingsgericht te benaderen. Jij leert wat jij belangrijk vindt. Op dit moment. Op jouw manier. En ik loop een stukje met je mee. Ik moedig je aan of ik rem je af. Ik spreek je tegen of ik bevestig je. Ik zet je aan het werk of ik nodig je uit om rust te nemen. Ik spoor je aan om iets totaal anders te gaan doen of ik druk je op je hart om vooral alles te laten zoals het is. Net wat jij nodig hebt.
Meer informatie over ontwikkelingsgericht leren vind je hier